10 tips voor in de klas

Als leerkracht wil je kinderen graag enthousiast maken voor lezen, maar dat kan soms best een uitdaging zijn. Vooral als je merkt dat sommige kinderen worstelen of gewoon niet zo van boeken houden. Gelukkig zijn er heel veel manieren om de leesmotivatie een boost te geven. En die hoeven helemaal niet ingewikkeld te zijn! Met een beetje creativiteit maak je van lezen iets waar de hele klas naar uitkijkt.

Wanneer stop je met voorlezen aan je groep? Nooit! Al zijn het maar een paar minuten per dag: voorlezen is enorm waardevol. Kies een boek dat niet te gemakkelijk is. Zo komen ook de zwakkere lezers in je groep met nieuwe woorden in aanraking, die ze in hun eigen leesboek niet zo snel tegenkomen. Een kind dat iedere dag zes nieuwe woorden hoort, stroomt gemiddeld een niveau hoger uit dan kinderen die dit niet horen.

Pak tijdens het stillezen op school zelf ook een boek. Probeer je niet af te laten leiden door kleine dingetjes die gebeuren in de klas. Het belang van je voorbeeldfunctie staat nu voorop. Laat zien dat je lezen serieus neemt en vertel na afloop ook eens over wat je zojuist gelezen hebt. Als je hier een gewoonte van maakt, dan merk je al snel dat de groep ook rustig blijft lezen.

Op veel scholen gezien en altijd een succes: de leesbingo. Op een bingokaart staan verschillende leesopdrachten. Na iedere opdracht mag het kind een hokje afvinken en een volle kaart betekent natuurlijk een kleine beloning. Denk aan: lees in de schooltuin, lees een stripboek, lees met een gek stemmetje, lees op de stoel van de juf.

Heb je een boek uit dat niet meer terug in de kast hoeft? Breng het dan tijdens een wandelingetje door de wijk naar een mini-bieb. Dit zijn die kleine kastjes, vaak in de voortuin van een huis, waarin de bewoners boeken uitstallen. Hier kun je ‘oude’ boeken inleveren en je mag ook weer een boek uitkiezen om mee naar huis te nemen. Of je klas natuurlijk!

Je hoeft het niet alleen te doen en samen sta je sterker. Wat werkt goed bij je collega’s? En welke manieren en methodes kun je van elkaar overnemen? Wat ook heel waardevol is: ga tijdens de leesles even kijken in de klas van de ander. Dat helpt om je eigen blinde vlekken te herkennen.

Merk je dat een kind moeite heeft met lezen? En dat de leesontwikkeling niet zo voorspoedig loopt als je had gehoopt? Natuurlijk geef je het kind extra aandacht in de klas. Je doet wat je kunt, maar vergeet niet om dit ook direct met ouders te bespreken. Vertel hoe jullie op school helpen, maar ook wat ouders thuis kunnen doen. Wijs ze eens op de e-boeken van Kijk en Lees. Daarmee geef je ze helemaal gratis grappige oefenboeken met AVI-strips die door Cito gecertificeerd zijn.

Al na de eerste weken in groep 3 zie je welke kinderen een minimale letterkennis hebben. Overweeg dan eens om Alfapret in te schakelen om op een leuke manier zelfstandig te kunnen oefenen. Dit is een gratis programma dat je op iedere computer of tablet kunt gebruiken. Een account aanmaken is zó gepiept en je hoeft niks te downloaden. Al jouw leerlingen kunnen daar tegelijkertijd op werken. Geen gehannes met wachtwoordenlijstjes voor de kinderen!

Bied rijke teksten aan die op of net boven het niveau van het kind ligt. Spreek nooit in termen van ‘moeilijk’ of ‘lastig’, maar vertel bijvoorbeeld hoe leuk of grappig het verhaal is. Zo voed je het zelfvertrouwen en de bereidheid van het kind om zich vast te bijten in de tekst.

Door de week heen zijn er veel momenten dat je als leerkracht bepaalt welke teksten het kind leest. Dat is helemaal prima, maar zorg ervoor dat er ook momenten zijn dat het kind zelf mag kiezen. En dat er dan een gevarieerd aanbod is. Maak een aantrekkelijke leeshoek of boekenplank met leesboeken, informatieve boeken, tijdschriften, kranten en stripboeken. Het kind kiest!

Ieder kind komt een keer aan de beurt om een boek te presenteren. Dat is best spannend, maar gelukkig kan het op veel verschillende manieren. En waarom zou je het kind daar zelf geen zeggenschap in geven? Kies voor het maken van een kijkdoos, een stripverhaal of een samenvatting. Vertel in een boekenkring of gewoon tegen een klasgenootje wat je van een boek vond. Schrijf een recensie of maak een nieuw omslag van het boek. Alles is goed, zolang het kind het gelezen boek maar verwerkt.